Na weken van teleurstelling en bijna-ongelukken greep Wout van Aert de overwinning in de laatste etappe van de Tour de France van 2025 door zich los te maken van Tadej Pogacar op de klim naar Montmartre. Het was een verbluffende soloprestatie die hem niet alleen zijn tiende Tour-etappezege opleverde, maar volgens oud-renner Jan Bakelants ook een keerpunt in Van Aerts carrière zou kunnen betekenen.
Van Aert was gedurende de Tour constant aanwezig vooraan, maar slaagde er nooit helemaal in om zijn inspanningen om te zetten in een overwinning. Hij finishte in de top vijf en was er meerdere keren pijnlijk dichtbij, maar de ongrijpbare overwinning bleef hem ontglippen. Totdat hij in Parijs op de meest dramatische manier de mist in ging.
Pogacar, bekend om zijn meedogenloze aanvallen, leek nog een laatste troef in handen te hebben op de iconische klim naar Montmartre. Maar Van Aert counterde resoluut, hij volgde de Sloveen niet alleen, maar reed er recht langs. Het was een moment van verzet, kracht en verlossing – drie jaar na zijn laatste etappezege in de Tour de France stond Van Aert weer aan de top.
Voor Jan Bakelants was dit meer dan een etappezege. “Dit zou een keerpunt kunnen zijn”, vertelde hij aan HLN. “Het gaat niet alleen om het resultaat. Het gaat om de psychologische betekenis ervan. Hij zal hier moed uit putten en het zal hem nieuwe energie geven voor volgend seizoen.” De Belgische commentator gelooft dat de overwinning Van Aert nieuwe energie zal geven, vooral met het oog op de voorjaarsklassiekers van 2026.
Het afgelopen jaar was mentaal uitputtend voor Van Aert. Tussen blessures, familieverplichtingen en tegenslagen in grote wedstrijden waren er tekenen dat het vuur doofde. Bakelants voelde dat hij de beperkingen van zijn carrière onder ogen moest zien. “Hij begon het te accepteren”, merkte Bakelants op. “Maar wat hij in Montmartre liet zien, bewees het tegendeel.”
De manier waarop Van Aert reageerde op Pogacars aanval sprak boekdelen. Het was niet alleen fysieke kracht – het was de overtuiging, het geloof dat hij nog steeds aan de top thuishoorde. Dat soort zelfvertrouwen, aangewakkerd op de hellingen van Montmartre, zou wel eens de brandstof kunnen zijn die hem door het volgende hoofdstuk van zijn carrière drijft.
Bakelants beschreef het moment als een “bevrijding”. “Mentaal had Wout dit nodig. Hij had de hele Tour al iets nagestreefd. Dat hij het eindelijk te pakken had, en dan ook nog op zo’n overtuigende manier, geeft hem enorm veel vertrouwen – niet alleen voor de Tour, maar voor alles wat nog komen gaat.” Dat geldt ook voor de eendaagse klassiekers en misschien zelfs nog een kans op een monument.
Toen de festiviteiten ten einde liepen en de ploeg in Parijs inpakte, leek Van Aerts glimlach lichter en vrijer. Het lijdt geen twijfel dat hij niets meer te bewijzen heeft, maar voor een renner van zijn kaliber is motivatie alles. En dankzij die laatste rit door Montmartre brandt de vlam in Wout van Aert weer fel.