Wout van Aerts prestatie in etappe 21 van de Tour de France van 2025 leverde hem niet alleen een staande ovatie op, maar schreef ook een zeldzaam hoofdstuk in de wielergeschiedenis. Voor het eerst in bijna twee jaar slaagde iemand erin de schijnbaar onaantastbare Tadej Pogačar op een klim te verslaan. Die iemand was Wout van Aert.
De laatste keer dat dit gebeurde was in oktober 2023, toen Primož Roglič Pogačar versloeg tijdens de beslissende klim van de Giro dell’Emilia. Sindsdien is de Sloveense superster onaangetast gebleven op bergachtig terrein, zelfs tegenover eliteklimmers. Tot Parijs dan.
Wat Van Aerts prestatie zo opmerkelijk maakte, was niet alleen de context, maar ook de locatie. Etappe 21 is traditioneel een feest, geen slagveld. Het peloton scheurt Parijs binnen, er wordt champagne gedronken en het klassement is grotendeels onaantastbaar. Maar Wout had andere plannen.
In de laatste ronde rond de Champs-Élysées en Montmartre zette Van Aert een felle aanval in. Tot ieders verbazing reageerde Pogačar – maar verloor het contact op de steile hellingen van Montmartre. De aanblik van Pogačar die stilstond terwijl Van Aert zich losmaakte, verbijsterde zowel fans als commentatoren.
Wat volgde was symbolisch: een doorbraak in de aura van onoverwinnelijkheid die Pogačar bijna twee jaar lang had omgeven. Hij won Grote Rondes, Monumenten en domineerde bergtoppen met een mate van consistentie die grensde aan bovennatuurlijk. En nu had een man die terugkeerde van een blessure de doorbraak bereikt.
Van Aerts zet draaide niet alleen om benen – het draaide om timing, moed en instinct. Hij voelde een kans op het moment zelf, vertrouwde op zijn vorm en greep die. Het herinnerde de wielerwereld eraan dat zelfs de besten gekraakt kunnen worden als de sterren gunstig staan – en dat Van Aert, op zijn hoogtepunt, een generatiekracht is.
Wat het verhaal diepgang geeft, is Van Aerts reis naar dit moment. Hij begon de Tour de France van 2025 onder een wolk van onzekerheid, nog steeds herstellende van blessures die hij eerder in het seizoen had opgelopen. Zijn comeback was voorzichtig, zijn vorm onduidelijk. Weinigen verwachtten een showstopper op de laatste dag.
Maar de veerkracht van de Belg is legendarisch. Zijn Tour was een gestaag crescendo, met als hoogtepunt deze etappe – een poëtische finish in de Lichtstad, met zijn vrouw en zoon die aan de finish stonden te wachten. Het beeld van hem die solo Parijs binnenreed, zal nog lang in het wielergeheugen blijven.
Wat Pogačar betreft, het is onwaarschijnlijk dat de tegenslag hem op lange termijn van de kaart zal vegen. Hij pakte desondanks de gele trui, zijn derde Tour-overwinning in zijn carrière, en toonde gedurende de hele wedstrijd dominantie. Maar dit moment – deze korte, menselijke misser – liet zien dat zelfs Tadej kan falen.
De rivaliteit tussen Van Aert en Pogačar is altijd meer respectvol dan vijandig geweest. Na de etappe schudden beide renners elkaar de hand en glimlachten ze. Pogačar grapte zelfs tegen verslaggevers: “Ik zal Montmartre de volgende keer niet vergeten.” Een welwillende knik naar de man die hem uiteindelijk versloeg.
Voor fans bracht dit moment de spanning terug in een vaak voorspelbare slotfase. De laatste dag van de Tour is zelden memorabel qua koers, maar dankzij Van Aert zal 2025 herinnerd worden als het jaar waarin de traditie op zijn kop werd gezet.
Uiteindelijk is wielrennen een sport die gebouwd is op momenten als deze – waar kracht en verrassing elkaar ontmoeten en de geschiedenis in één klap wordt herschreven. Wout van Aert won niet zomaar een etappe; hij doorbrak een periode van twee jaar. En daarmee herinnerde hij de wereld eraan waarom we naar de Tour de France kijken.