De liefde van Wout van Aert voor het wielrennen begon op de meest onverwachte plek — in de tuin van zijn familie. Lang voordat hij een gevestigde naam was in het profpeloton, was hij gewoon een zesjarige jongen met een splinternieuwe mountainbike, een levendige fantasie en eindeloze energie. Het cadeau, gekregen voor zijn eerste communie, werd meer dan zomaar een speeltje. Het was de vonk die een levenslange passie aanstak.
“Dat herinner ik me nog heel goed,” zegt Wout met een warme glimlach. “Als kleine jongen kreeg ik voor mijn eerste communie een mountainbike. Ik denk dat ik zes jaar was. Ik heb er die dag de hele tijd mee door onze tuin gereden.” Dat stukje grond werd zijn eerste parcours, en hoewel het verre van perfect was, was het alles wat hij nodig had.
De eerste reactie van zijn vader was allesbehalve enthousiast. De tuin, ooit netjes en groen, veranderde al snel in een lappendeken van modderige sporen door het constante draaien van Wouts wielen. “Hij vond dat niet zo leuk,” lacht Wout. “Maar toen hij zag dat ik er plezier in had, liet hij me doorgaan — ook al betekende het dat de tuin eraan ging.” Dat kleine moment van begrip bleek een stille keerpunt in Wouts verhaal.
Twee jaar later verruilde Wout de familietuin voor een openbaar parcours. Op achtjarige leeftijd reed hij zijn eerste veldrit — en eindigde meteen als tweede. Voor een jongen die nog maar net aan het ontdekken was waar hij toe in staat was, was het een opwindend resultaat. “Ik kan me eigenlijk nog perfect herinneren hoe het allemaal ging,” zegt hij. “Die wedstrijd staat nog helder op mijn netvlies.”
Die ervaring maakte zijn liefde voor het wielrennen alleen maar sterker. Het was niet langer zomaar een bezigheid voor in zijn vrije tijd; het werd iets waar hij beter in wilde worden, iets waar hij zich volledig op wilde toeleggen. “Ik heb goede herinneringen aan mijn jeugd,” blikt hij terug. “Die eerste dagen met mijn fiets behoren tot mijn mooiste momenten.”
Naarmate hij ouder werd, veranderde zijn relatie met de fiets van kinderlijk enthousiasme naar professionele ambitie. Tegen de tijd dat hij een tiener was, was trainen geen af en toe bezigheid meer — het werd een dagelijkse gewoonte. Elke rit, elke ronde, elke klim was een kans om vooruitgang te boeken. De jongen in de tuin groeide uit tot een sportman met een duidelijk doel.
Vandaag is wielrennen veel meer dan alleen Wouts beroep; het is het ritme van zijn leven. “Ik sta ermee op in de ochtend en ga ermee naar bed in de avond,” zegt hij. “Het stopt niet voor of na de training — het is er altijd.” De passie die hem ooit door het gras joeg, drijft hem nu om te strijden tegen de besten ter wereld.
Wat zijn verhaal bijzonder maakt, is dat het plezier nooit is verdwenen. Veel sporters zien hun discipline na jaren van training vooral als werk. Voor Wout is het nog steeds dezelfde liefdesrelatie als toen hij zes was — alleen speelt het zich nu af op een veel groter podium. De tuin is vervangen door internationale parcoursen, maar het gevoel is hetzelfde gebleven.
Die diepe verbondenheid met de sport voedt zijn constante drang naar perfectie. Zelfs wanneer hij niet op de fiets zit, is hij ermee bezig — hij herbeleeft wedstrijden in zijn hoofd, analyseert concurrenten en plant zijn volgende stappen. “Het houdt me de hele dag bezig,” geeft hij toe, “en ik vind niets leuker dan volledig gefocust zijn op de koers.”
Dat niveau van toewijding heeft hem door zowel overwinningen als tegenslagen geholpen. Overwinningen worden gevierd, maar nederlagen worden net zo serieus geanalyseerd. Elke ervaring, goed of slecht, is een nieuwe les die hem vormt tot de renner die hij vandaag is.
Voor fans is Wouts verhaal inspirerend omdat het echt is. Zijn carrière is niet alleen gebouwd op natuurlijk talent of fysieke kracht, maar op een diepe, persoonlijke band met de fiets die ontstond lang voordat hij besefte wat het allemaal kon betekenen. Dat vroege plezier bepaalt nog steeds hoe hij rijdt.
Het is een verhaal dat jonge renners overal ter wereld een belangrijke les leert: je begin hoeft niet groots te zijn om tot grootse dingen te leiden. Soms heb je alleen een fiets nodig, een beetje ruimte, en iemand die genoeg in je gelooft om je passie te laten volgen — zelfs als dat het gazon verwoest.
Van die eerste onzekere rondjes in de tuin tot het staan op podia over de hele wereld, Wout van Aert laat zien dat het hart van een kampioen wordt gevormd in momenten van pure liefde voor de sport. En hoewel het decor is veranderd, is de jongen die niet kon stoppen met fietsen er nog steeds, elke keer dat hij in het zadel stapt.
Wielrennen mag dan nu zijn beroep zijn, maar in de kern is het nog steeds hetzelfde als al die jaren geleden — het meest natuurlijke en vreugdevolle deel van wie hij is.