Missie geslaagd. Remco Evenepoel (25) heeft zijn tweede Belgische tijdrittitel met vlag en wimpel veroverd, maar belangrijker nog: de generale repetitie voor de Tour verliep volledig volgens plan. “Is dit de beste Remco Evenepoel ooit op een tijdritfiets? Dat kun je wel zeggen.” Zelfs nu hij nog steeds een kilo lichter is.
“Met de wegwedstrijd op zondag in gedachten wilde ik niet volledig over mijn limiet gaan. Op basis van de tussentijden wist ik of ik moest versnellen of gewoon doorzetten.”
Nou, nu weten we het. In 2025 is Evenepoels dominantie in het tijdrijden zo groot dat hij niet eens tot het uiterste hoeft te gaan voor een Belgische titel. Toegegeven, er ontbraken een paar goede tijdrijders, waaronder Wout van Aert en Tim Wellens. Maar had het verschil gemaakt? Waarschijnlijk niet. Zet Remco Evenepoel op een tijdritfiets en het komt wel goed.
Kijk maar naar zijn tijdritten van vorig jaar. De tijdrit in de Tour: check. De Olympische Spelen: check. De wereldtitel: check. Hij won zeven van zijn laatste acht tijdritten. Alleen in de laatste tijdrit van de Tour was het vat even leeg. Best indrukwekkende cijfers. In tijdritten is Evenepoel ongeëvenaard.
Je zou bijna denken dat Evenepoel nooit een slechte dag heeft als hij op de tijdritfiets stapt. “De tijdrit in de Ronde van Romandië was mijn slechtste tijdrit van dit jaar. Ik won hem, maar had slechts tien seconden voorsprong op Almeida, terwijl ik op een vergelijkbaar parcours in de Dauphiné twintig seconden voorsprong had op Vingegaard. Maar het is waar: tegenwoordig rijd ik altijd de tijdrit die ik wil rijden. Is dit de beste Remco Evenepoel ooit op een tijdritfiets? Ik denk dat je dat wel kunt zeggen. Dat ik sinds de Tour geen tijdrit meer heb verloren, zegt wel iets.”
Nog een kilo lichter dan vorig jaar
En dan is de logische vraag: is er nog ruimte voor verbetering voor tijdrijder Evenepoel? Of is de perfectie langzaam maar zeker bereikt? “Het is een vraag die we ons soms stellen als ik de windtunnel in word gestuurd: is het nog wel nodig? Waar we tegenwoordig nog winst in halen, is in zaken als het type stuur, de banden, de versnellingen of het vizier. We hebben het vizier uitgesneden, zodat ik wat lager met mijn hoofd kan liggen. We testen veel meer op zulke dingen dan dat we aan mijn houding sleutelen. Het is belangrijk om te blijven evolueren, want iedereen werkt aan de details. Kijk maar naar Filippo Ganna, die rondrijdt met een nieuwe helm.”
Zelfs zijn gewicht – vaak een pijnpunt voor Evenepoel – is geen issue in de tijdrit. De tweevoudig Olympisch kampioen is messcherp – een kilo lichter dan vorig jaar tijdens de Tour – maar zelfs dat heeft geen invloed op de wattages die Evenepoel kan trappen tijdens een tijdrit. “We moesten een balans vinden tussen voldoende laag gewicht en toch geen vermogen verliezen. Als ik kijk naar de waarden die ik vandaag heb gefietst, is dat gelukt. In de Vuelta van 2022 (die hij won, red.) was ik bijvoorbeeld nog lichter dan nu, maar ik had ook vermogen verloren. Nu gaat het prima. Ik ben iemand die makkelijk spiermassa opbouwt door stil te zitten en in de sportschool te zijn. En gelukkig was dat dit jaar niet het geval, we hadden het onder controle. Ik kon geleidelijk afvallen. Met de vele beklimmingen in de Tour en de klimtijdrit is dat heel belangrijk.”
Want hoe mooi een Belgische titel voor sommigen ook mag zijn, voor Evenepoel verbleekt die bij het grote doel: de Tour de France. Met het oog op de Tourtijdrit in Caen stond Evenepoel hier in Brasschaat aan de start. “Het parcours hier in Brasschaat was erg vergelijkbaar met de tijdrit op dag vijf. Ik reed ook met exact dezelfde afstelling als in Caen. Qua positie, versnellingen (een 64 voorblad en 11-30 achterblad, red.) en banden. Het was een goede generale repetitie.”
Generale repetitie
Voordat Evenepoel op 5 juli aan de Ronde van Rijsel begint, staat er nog één afspraak op het programma: het Belgisch Kampioenschap op de Weg op zondag in Binche. Draagt Evenepoel de driekleur naar de Ronde? Dat zou zomaar kunnen. “Het is niet de traditionele ronde in Binche die we rijden: de fietsen zijn smaller en steiler. Het wordt erg warm, hij is 230 kilometer lang en er wordt vanaf de start gekoerst, dus het is zeker niet zeker dat het een massasprint wordt. Met mij en Tim Merlier hebben we twee kaarten in handen en het zal afhangen van wie zich het beste voelt in de finale. Maar de hitte en het parcours werken alvast in mijn voordeel”, zegt Evenepoel zelfverzekerd.