De explosieve finale van Wout van Aert op de kasseienklim van Montmartre in de laatste etappe van de Tour de France heeft het vertrouwen in zijn kansen op een WK-titel nieuw leven ingeblazen. Terwijl veel ogen gericht zijn op Remco Evenepoel als Belgische topkandidaat, houdt bondscoach Serge Pauwels zijn opties open – en Van Aerts naam staat hoog op zijn lijstje. De coach ziet griezelige parallellen tussen de Parijse heuvel en de beslissende klim van het aankomende WK in Rwanda.
Pauwels vergeleek de beklimming van Montmartre na de finale van de Tour de France op Instagram met de Kimihurura in Rwanda, die slechts drie kilometer voor de finish ligt. Beide beklimmingen hebben kasseien en een gemiddeld stijgingspercentage van 5,9%. De afstand is ook vrijwel identiek: de Kimihurura is 1,2 kilometer lang – net iets langer dan de Franse. De gelijkenis heeft tot discussie geleid: zou Van Aerts prestatie in Parijs een voorproefje kunnen zijn van wat er in Afrika gaat komen?
Het Rwandese parcours is echter geen zondagse rit door de straten van Parijs. Met 5475 hoogtemeters belooft het een van de zwaarste WK-routes uit de recente geschiedenis te worden. Het terrein lijkt perfect geschikt voor pure klimmers zoals Tadej Pogačar of zelfs een hoogvliegende Jonas Vingegaard – niet per se de pittige klassiekerspecialisten. Toch zou Van Aerts veelzijdigheid daar wel eens van pas kunnen komen.
Van Aert heeft zijn carrière opgebouwd door verwachtingen te overtreffen. Van winnen op de Ventoux tot het bijna bedwingen van de kasseien van Roubaix, er zijn weinig terreinen die hij nog niet beheerst. Zijn aanpassingsvermogen – of het nu in de bergen, op het vlakke of in een chaotische sprint is – maakt hem een wildcard die weinig rivalen zich kunnen veroorloven te negeren. Rwanda’s technische, heuvelachtige en kasseienprofiel zou zo’n allrounder goed in de kaart kunnen spelen.
Veel hangt af van de teamstrategie. Remco Evenepoel blijft de beste troefkaart van België, vooral gezien zijn staat van dienst in lange, slopende wedstrijden met veel klimwerk. Pauwels zou Van Aert echter in een dubbele leidersrol kunnen inzetten, waardoor andere landen voor tactische dilemma’s komen te staan. Als de race zich agressief en vroeg ontvouwt, zouden Van Aerts motor en uithoudingsvermogen hem dieper kunnen laten overleven dan velen verwachten.
Bovendien is ervaring belangrijk. Van Aert heeft in meerdere WK-scenario’s gereden: zilver in Yorkshire, Vlaanderen en Wollongong. Elke bijna-ongeluk leerde hem iets nieuws – over geduld, timing, omgaan met druk. Die opgebouwde kennis zou wel eens de laatste puzzelstukjes in Rwanda kunnen zijn, vooral in een wedstrijd waar chaos de enige garantie is.
De hoogte in Kigali is een andere factor. Racen op hoogte kan de best geplande plannen verstoren en de benen in de leiding brengen. Hoewel Van Aert geen specialist is in hoogtewielrennen, kunnen zijn trainingsachtergrond en nauwgezette voorbereidingsregime – met onder meer hoogtestages en wetenschappelijke voeding – de effecten beter neutraliseren dan de meeste anderen.
En dan is er nog de motivatie. Na een uitdagende Tour waarin hij persoonlijke ambities opofferde voor het team en pas in de slotrit individuele glorie vond, zal Van Aert hongerig zijn. Het WK zou zowel verlossing als hoogtepunt kunnen betekenen. Voor een renner van zijn kaliber is goud geen droom – het is een onafgemaakte zaak.
Bondscoach Serge Pauwels weet dit. Zijn publieke vergelijking was niet zomaar een leuke observatie; het was een hint. Hij ziet iets in Van Aerts huidige vorm, iets dat de moeite waard is om te steunen. Met de juiste voorbereiding en tactische vrijheid zou de Belgische grootmacht in Kigali een meesterwerk kunnen neerzetten.
Uiteindelijk kan Rwanda bruut zijn. Het kan onvoorspelbaar zijn. Maar Van Aert is dat ook – en dat maakt hem gevaarlijk. Als de sterren goed staan en de benen reageren, zou Wout van Aert zomaar in de regenboogtrui kunnen rijden in plaats van er alleen maar naar te jagen.