Hoewel sommige renners startgelden als taboe beschouwen, zijn er ook die de waarde begrijpen die ermee gemoeid is. Hoewel rapporten over de frequentie sterk uiteenlopen, kan het in het veldrijden meer voorkomen. Dit bedrag is momenteel wat een ‘insider’ heeft besproken.
Het Laatste Nieuws meldde dit, daarbij verwijzend naar een anonieme bron die verklaarde dat de twee wel €20.000 konden krijgen voor deelname aan een evenement. De topspeler op de lijst van “full-season profs”, Eli Iserbyt, komt in aanmerking voor maximaal €6000. Dit loopt tegen de recentelijk door “Gazzetta dello Sport” gerapporteerde waarden in, die wel €50.000 noemden. “Dat is pure onzin.
“Voor zowel Wout als Mathieu betaal je momenteel 20.000 euro startgeld per veldrit. Als ze überhaupt willen komen in functie van hun voorbereiding op het nieuwe wegseizoen, omdat ze aan slechts een handvol veldritten hebben deelgenomen aan deze kant.”
Om meer toeschouwers en tv-kijkers te trekken, betalen organisatoren de hele seizoen (en vooral tijdens de kerstperiode) vergoedingen aan enkele van de toprenners om hen te overtuigen om deel te nemen. De discipline moet waakzaam blijven en het evenwicht in dit delicate ecosysteem handhaven.
“Iedereen die Wout van Aert of Mathieu van der Poel of beide aan de start krijgt als organisator, kan automatisch rekenen op veel meer publiek,” Hij noemt opvallende voorbeelden van niet-wereldbeker veldritten waar de grootste sterren ondanks de hectische kerstperiode toch aan de start stonden.
“Kijk naar Gullegem. Het was op papier een van de kleinere veldritten, maar deze winter, met 15.000 toeschouwers, hadden ze dankzij Wout van Aert een van de grootste opkomst.”